Soort:
Instrumentale muziek
·
Vocale muziek
·
Alles
Reeds ingevoerd:
Wel
·
Niet
·
Alles
Filters:
Lied: 142740 ×
Details tonen; Transcriptie bewerken | |
Tonen in Liederenbank ( record nr.: 142740 ) | |
Geen scan van deze bron | |
|
|
1 | |
1 · alles voor dit lied | |
Ik kwam er laatstmaal door een groen wei gegaan en zoo stillekens door _ gegaan; _ ik hoor het gezang der vogelen zingen, ik hoor er de kwakkelen slaan: _ Kwit, kwidit! Kauw, wauw! Kwit, kwidit! Kauw, wauw! Tot drijmaal toe sloeg er dit kwakkeltje weder vandaan. _ Vele vinkjes, ve_ le muschjes, vlogen op en neer in "'t groen." Vink! vink! zei dat vinkje: sjirp! sjirp! zei dat muschje, al_ _ tijd verheugd en verblijd. De leeuwerk, hij gaat er naar boven om den Heer onzen God gaan te loven; hij gaat er naar boven, naar bo_ ven toe met eenen Kajou! Hij zal er zijn zuster Katriena eens roepen, ja roepen met eenen Kajou! _ Kajou, kajou kajou, Katriena Kajou, kajou, kajou, Katriena! Al_ _ tijd verrukt en verblijd. Dit liedje is nog niet ten einde. Nu _ begint _ de maand _ van Mei. "'t Ge"zang der vooglen die nu scharen, de nachtegaal, hij gaat voorbij. Hij zingt zijne taal, zijne liefelijke taal: Sut, sut, kwit kwediet. Sut, sut, kwit kwediet. Al_ _ tijd verrukt en verblijd. En wist ik eens wat nageslacht, ik had hem wel in twee gekapt. Dat is die(n) eicho, die(n) liefelijke(n) eicho die daar _ weer roept, dat is die(n) ei_ _ cho! _ | |
Peeters OkVld(3)1952 · naar bronpagina | |
20e eeuw | |
1952 | |
1 | |
9 (2014-03-03 13:13:06) | |
JornJanssen |