Tonen in Liederenbank ( record nr.: 13579 ) | |
Tonen ( pagina fD7v, ) | |
Moester, Marcel (00-00-0000, ) | |
|
|
1 | |
1 · alles voor dit lied | |
Tot u soe sal ick Heere _ _ _ Roepen uut al _ mijn cracht. Swijcht niet ic bids u seere _ _ _ Oft ick sal zijn _ gheacht. En worden gheleken in sulcken gheval Den ghenen die ter nere _ _ _ hier climmen in een dal. | |
Den .xxvij. psalm. Ad te Domine clamabo deus etc. | |
Tot u soe sal ick Heere / Roepen uut al mijn cracht | |
Zuylen van Nyevelt, Willem van] | |
Ick ghinck noch ghister avont, soe heymelijck op een oort |
|
Ik ging nog gisteravond zo heimelijk op een oord |
|
Souterliedekens1540a · naar bronpagina | |
16e eeuw | |
1540 | |
Amsterdam UB: Ned. Inc. 478 (in facsimile) | |
In de marge de Latijnse psalmtekst. Mincoff-Marriage 1939, 97 geeft voor de wijsaanduiding een tekst uit Thirsis Minnewit 1716. Het lied doet qua strofevorm zowel als beginregel sterk denken aan "Ik ging nog gisteravond zo heimelijk een gang" (AntwLb 094, Souterliedekens1540a 011, Fruytiers EWS1565 069), maar de melodie van Souterliedekens1540a 027 is anders. Deze is sterk verwant met de melodie van het beroemde Duitse lied "Ich stund an einem Morgen/ Heimlich an einem Ort" (Erk & Böhme 1963 II, 544). Er zal echter wel een verband tussen de twee melodienormen bestaan, en tot dit contrafactcomplex behoort waarschijnlijk ook "Ik ging nog hedenmorgen" (muziek bij Theodotus GKL1638 192) met verwante strofevorm. Zie voor melodienorm ook commentaar bij Souterliedekens1540a 011. | |
fD7v | |
27 | |
4 (2015-11-13 16:39:43) | |
JornJanssen | |
![]() ![]() ![]() ![]() |